Six heures a pied
Door: Paul
Blijf op de hoogte en volg Paul
03 Augustus 2010 | Frankrijk, Millau
Aan de hand van een aangeschafte kaart hadden we een route uitgestippeld, die bepaald niet mals zou zijn. Flinke hoogteverschillen, volgens de kaart tot 450 meter, met een maximale hoogte van rond de 800 meter. We konden flink aan de bak en dus werden de rugzakken gevuld met stokbrood, mueslirepen en ook de waterzakken (of in het geval van Johan de flesjes) werden gevuld. Een ieder had anderhalf liter water bij zich.
Het eerste deel van de route ging over bekend terrein, het was een deel van de wandeling die we op 29 juli hebben gelopen, langs de Dourbie. Alleen nu in tegenovergestelde richting en na grofweg 3 km zouden we de Ravin de Potensac omhoog nemen. Een prachtige stukje natuur, waarbij we een hele tijd langs een watertje liepen. Of liever gezegd klauterden, het pad liep gestaag omhoog en was niet altijd even goed begaanbaar.
Gezien het feit dat het ondanks de wind en de wisselende bewolking toch telkens rond de 27 graden bleef hebben we deze klim in drie etappes gedaan. Twee rustpauzes dus, waarbij we de laatste hebben gebruikt om onze stokbroden te verorberen. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat zo’n lange klim niet helemaal mijn ‘pakkie-an’ is, maar gelukkig herstel ik tijdens de rustpauzes snel genoeg om er daarna weer tegenaan te kunnen. Wel vervelend is het zweet dat van je voorhoofd af in je ogen loopt, dat brandt dus als een gek. Op een gegeven moment liepen de zweetdruppels van mijn neus af.
De omgeving veranderde telkens, liep je het ene moment in het bos met nauwelijks uitzicht, het volgende moment werd je een schitterend doorkijkje gegund op de omgeving. Soms moest je het kleine stroompje waarlangs we lange tijd liepen oversteken of liep je ineens over een dor, droog vulkanisch deel van de berg. Ook kwamen we, in the middle of nowhere, ineens de resten tegen van een aantal huizen. Je kunt je haast niet voorstellen dat er daar mensen geleefd hebben.
Mensen en of dieren hebben we niet of nauwelijks gezien. Hoewel het pad door de Ravin de Potensac bezaait lag met reeënkeutels hebben we niets kunnen zien. Uiteraard wel de nodige vlinders en vogels en het geritsel van salamandertjes in het struweel, maar meer ook niet. Maar de ruigheid en het uitzicht maakte alles goed.
Eenmaal boven bij de Ravin de Potensac aangekomen hebben we een klein stukje de verharde weg genomen richting de N9. Hier zouden we het wandelpad, aangeduid als de GR 71 D, oppikken en die zou ons over de kammen van de bergen rond Millau voeren.
Dit pad was, bijna on-Frans, heel goed aangegeven met wit-rode strepen. Deze vond je geschilderd op bomen, stenen of houten palen of als sticker op metalen palen en ander niet te beschilderen oppervlaktes. Bij kruisingen waren op de paden die je niet moest nemen de witte en rode strepen gekruist (dus niet onder elkaar) en soms werd voor een kruising met een verticale streep onder de beide horizontale strepen aangegeven welke kant je opmoest. Deze verticale streep vormt immers een soort winkelhaak (=pijl) waardoor je kunt bepalen welke kant je opmoest.
Dit pad volgen qua aanduiding was dus geen probleem en gelukkig qua begaanbaarheid viel het ook reuze mee. We zaten immers al op hoogte dus veel klimmen was niet meer nodig en regelmatig werden we vergast op enorme vergezichten op Millau en omgeving. We hebben minimaal een kwart van de denkbeeldige cirkel van bergen om Millau heen vandaag bewandeld. Ik heb geprobeerd het een en ander vast te leggen op foto, maar die kunnen de ‘live’-belevenis slechts benaderen.
Uiteindelijk kwamen we, natuurlijk, bij het punt dat we weer moesten afdalen. Via de Pas Destrech zouden we weer afdalen naar Millau centrum. Nu kun je dat doen via een mooie, vlakke, strak geasfalteerde weg of je kunt een kiezelpaadje nemen bezaait met keien. De keuze is natuurlijk, na zon vijf uur wandelen makkelijk. Hoewel het asfalt meer kronkelt (=langer qua afstand) maar daardoor langzamer daalt, is het wel weer sneller. Dus kiezen we voor …………. Het kiezelpad naar beneden. De mens is een vreemd wezen.
Zeer oncomfortabel zijn we dus naar beneden gehobbeld. Regelmatig gebeurde het dat je lichaam en een been gewoon stilstond, maar dat het andere been besloot toch verder door te gaan naar beneden. Rollend over de keien ging je dan, als je niet oppaste, gewoon rustig op je platte ‘piep’. Wonder boven wonder was het dan ook dat we uitgerekend hier mensen tegenkwamen. Zij ging dus bergopwaarts, een betreurenswaardige keuze.
Al snel kregen we een meer ‘aards’ zicht op Millau en kwam ‘ons terras’ binnen bereik. Eindelijk na, bijna, zes uur lopen konden we de verlossen woorden uitspreken: “Une sangria et deux pression” (een sangria en twee tapbiertjes). Wat een godendrank is bier dan zeg! Na ons eerste drankje werden we vergezeld door de rest van de familie en werden we nog op een soort plundertocht door de stad heen gesleept. Je kunt je misschien voorstellen dat met name de wandelaars wat minder geïnteresseerd waren in de vele ‘enige’ winkeltjes. Na een korte inspectie van een paar restaurantjes, bij een koste een salade E 16,50, zijn we naar de camping gegaan om daar, na een noodzakelijke verfrissing en een schoon shirt, lekker daar wat te gaan eten. Nodeloos om te zeggen dat het na het eten niet zo heel erg laat werd, we hadden immers “six heures a pied” achter de rug.
-
05 Augustus 2010 - 06:18
Harry:
Klinkt als een hele prestatie voor jullie alle 3. Petje af.
Gelukkig was het de moeite waard zo te horen en hebben jullie kunnen genieten van al het mooist dat werd aangeboden.
Inderdaad de mens is een vreemd wezen, een onverwachte keuze om het kiezelpad te nemen. Als je dan gaat wandelen, dan ga je ook wandelen! Was dat de achterliggende gedachte?
Groeten,
Harry.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley